Er zijn van die momenten waarop iets in mij dichtgaat. Omdat het leven zich even terugtrekt, alsof mijn binnenwereld vraagt om eerst weer te verzamelen wat van mij is. Mezelf op te halen.

Afgelopen week was ik vijf dagen weg. En vandaag bracht ik mijn dochter, terwijl ze vakantie heeft, toch naar de opvang.
Dat kleine ritueel van jas aan, schoenen aan, tas mee, het voelde tegenstrijdig. Alsof ik tegelijkertijd iets goeds en iets verkeerds deed.
Alsof leven zelf betekent dat je je voortdurend een beetje schuldig moet maken om het echt te kunnen leven.

GEEN NABIJHEID ZONDER AFSTAND
Want er is altijd iets dat meebeweegt in mijn moeder zijn.
Een verwachting, een beeld, een stem die zegt dat liefde oneindig open moet zijn, zonder grens of pauze.
Maar ik weet inmiddels dat dat niet waar is.
Er is geen echte nabijheid zonder afstand.
Geen echte openheid zonder momenten van dicht.

AANWEZIG EN BESCHIKBAAR ZIJN
De foto hierboven is genomen op Schiphol, op het moment dat we elkaar weer zagen.
Haar armen om mijn nek, mijn gezicht in haar haar.
Ik voelde haar adem, haar gewicht, de stilte en het thuiskomen in elkaars lijf.
Het dringt steeds meer tot mij door dat dichtgaan niet hetzelfde is als afsluiten,
maar een manier om iets van jezelf te behouden, zodat je weer echt kunt verschijnen. Aanwezig kunnen zijn. Beschikbaar kunnen zijn.

Dat grenzen trekken soms de meest liefdevolle vorm van nabijheid is.
Dat je kunt houden van iemand, terwijl je iets kiest wat pijn doet.

Een beweging van binnen naar buiten en weer terug.
Een ritme dat zich niet laat plannen of verklaren, maar dat zich voltrekt, keer op keer.

SCHULDIG ZIJN
De schuld die ik ervaar en heb is een teken dat ik het leven in zijn tegenstrijdigheid voel.
Dat ik voel, kies, twijfel, verdwijn en terugkeer.
Dat ik moeder en mens ben en dat het leven zich laat kennen in alles wat schuurt, wringt en tegelijk klopt. Een ademhaling van het bestaan zelf.