Er is iets raars aan mensen. Wij zijn de enige soort die geheimen heeft.
Dieren verstoppen voedsel, maar niet hun gedachten.
Ze kennen geen schaamte en geen verlangen om iets te verbergen.
Een geheim vraagt om zelfbewustzijn. Weten dat een ander jou kan zien en besluiten iets van die blik af te schermen. Het vermogen om geheimen te hebben is een teken van bewustzijn en van afstand.
Zonder ander geen geheim.
Zonder blik geen binnenwereld.
Laatst zei mijn dochter: “Mama, ik heb een geheim, maar ik vertel het niet.”
In dat moment zag ik iets diepmenselijks ontstaan – een eerste besef van een binnenwereld die niet gedeeld hoeft te worden.
13 GEHEIMEN TEGELIJK
Onderzoek van Michael Slepian toont dat we gemiddeld dertien geheimen tegelijk dragen.
Niet alleen over daden of verlangens, maar ook over schaamte, liefde, falen en twijfel. De last van een geheim ligt niet in het bewaren maar in de innerlijke dialoog die het aanwakkert.
Want zo weet ik ook uit eigen ervaring dat een geheim niet zwijgt, het spreekt van binnen.
DE SYSTEMISCHE LAAG
Elk geheim heeft een functie. Sommige beschermen het beeld waarmee we gezien willen worden, andere bewaken de ruimte die van ons alleen is en weer andere dragen de spanning van de relatie, waar waarheid te veel zou breken, kiest het geheim voor behoud.
Onder dat alles werkt een oeroude beweging, de angst om uitgesloten te worden. Vroeger betekende uitsluiting de dood.
Vandaag heet het schaamte of verlies van gezicht, maar raakt dezelfde oeroude beweging van overleven.
ZONDER GEHEIM GEEN WAARHEID
Fenomenologisch gezien is een geheim een levend grensfenomeen.
Het markeert waar jij ophoudt en de ander begint.
In elk geheim klinkt de spanning tussen zichtbaar en onzichtbaar,
tussen willen tonen en moeten beschermen,
tussen verhullen en onthullen.
Soms beschermen geheimen iets dat nog te vroeg is om te delen.
Soms verbergen ze iets te heiligs om te benoemen.
En soms houden ze iets vast dat eigenlijk al gezien wil worden, maar waarvoor we zelf nog niet klaar zijn.
Waarheid is niet de afwezigheid van geheim,
maar het moment van verschijnen uit het verborgene.
Zonder geheim geen waarheid.
DE HEILIGE BINNENWERELD
In 1965 erkende het Tweede Vaticaans Concilie iets revolutionairs –
dat waarheid nooit bezit kan zijn, maar alleen gevonden kan worden in vrijheid.
Dat er in ieder mens een onaantastbare binnenruimte bestaat, waar geen staat, school of geloof kan binnendringen.
De heilige binnenwereld van een ieder is plek waar het geheim zijn waardigheid krijgt. Daar wordt het geheim niet ontmaskerd maar bewaard. Vrijheid en waarheid zijn elkaars voorwaarde. We zijn pas mens als we het geheim ook durven laten bestaan.
