“De dood is geen einde, maar een begin”

16 februari 2024

Ritueel is typerend voor Bali, waar ruim negentig procent van de bewoners hindoe is. “In onze religie is de dood geen einde, maar een begin.” Duidelijk voelbaar is de erkenning voor het dualisme in de natuur: man en vrouw, goed en kwaad, dag en nacht, leven en dood. Orde en harmonie worden gepersonifieerd door goden die op bergtoppen wonen en mensen hun zegen geven. Demonen huizen diep in de zee en sym­boli­seren chaos. Om de le­venskrachten te danken en rampen als aardbevingen en epidemieën goed te zinnen, worden regelmatig offers gebracht.

Samen met mijn dochter heb ik meer geleerd over de onbaatzuchtige en toegewijde Balinese Hindu manier van driemaal daags offeren. De Canang Sari worden elke ochtend aan de goden gegeven als een vorm van dank voor het evenwicht, welke elke dag opnieuw weer vernieuwd worden. In het mandje worden alle windrichtingen en de aarde (in het midden) gesymboliseerd door een specifieke kleur, bloem en/of plant.

Het maakt mij nog bewuster van mijn eigen innerlijke evenwicht en de kracht en noodzaak om ritualistiek te integreren in mijn dagelijkse leven. In mijn ervaring hebben we in onze moderne cultuur nog maar weinig inzicht in de manier waarop ritueel werkt of hoe het ons naar een ruimte kan brengen waar we ontkende en vergeten aspecten van onze psyche uitnodigen om te voorschijn te komen, de verlaten delen van onszelf. Ritueel heeft iets dat tot diep in onze botten resoneert. In mijn ervaring brengt ritueel een bepaalde vibratie, een frequentie teweeg, die ons in staat stelt ons individueel of in een groep met het heilige te verbinden. Deze frequentie activeert ook de psyche. Ritueel heeft ook een herstellende functie. Het heeft het vermogen de scheuren in de ziel te hechten die in de dagelijkse gebeurtenissen van het leven ontstaan.

Het is een taal die ouder is dan woorden; een taal die niet zozeer op spraak berust, maar meer op gebaren, ritmen, beweging en emotie. In dit opzicht gaat ritueel over iets dat veel oorspronkelijker is dan taal. Het wekt een gevoel van eerbied op, een besef van het heilige. In de ruimte van het ritueel openen beweging, ritme, het uiten van emoties en focus de poorten naar het heilige. De mysterieuze aanwezigheid kan worden uitgenodigd om ons te helpen het werk te doen dat we niet alleen kunnen. Goed zichtbaar en voelbaar op Bali is dat het heilige de grotere ruimte wordt voor de gemeenschap om het werk te doen waar ze samen voor gekomen zijn.

In het kader van mijn eerder gedeelde onderzoek rondom fenomenologie, Als we het oneindige speelveld willen betreden, moeten we de rituele gebruiken opnieuw leren. Ritueel stelt ons in staat transparant voor het transcendente te worden. Het bevordert onze verbinding met het onbeschikbare mysterie.