Bereidheid tot niet-weten

17 april 2024

“De grootste hindernis tot ontdekken is niet onwetendheid – het is de illusie van kennis.”

De afgelopen maanden is de wijsheid van niet-weten mijn persoonlijke, ‘spirituele’ leerplan geworden. Hoewel het misschien tegenstrijdig klinkt, ben ik intens nieuwsgierig naar alles wat erover te leren valt. Deze zoektocht is voor een deel in gang gezet doordat ik me er bewust van werd hoe ikzelf problemen had met niet-weten.

Mijn zoeken moedigde me aan me meer te verdiepen in allerlei spirituele leringen over het onbekende. Ik begin steeds meer écht te begrijpen hoe het bestaan doordrongen is van dit thema toen ik ernaar op zoek ging. Er heeft zich wat dit betreft een subtiele verschuiving bij mij voorgedaan: in plaats van me te concentreren op de onmetelijke voorraad van kennis en wijsheid in de bronnen, besteed ik meer aandacht aan de leegte waaruit al deze kennis oprijst.

Om een metafoor te gebruiken: in plaats van me te concentreren op de woorden en letters van de boeken, richt ik me nu meer op de stille witruimtes tussen en rondom die woorden en letters. Deze verschuiving heeft een diepgaand effect gehad op mijn bewustzijn: de focus van mijn beschouwende leven ligt niet meer volledig op wat bekend is maar op wat onbekend is, meer op de vragen dan op de antwoorden.

De beroemde historicus en schrijver Daniel Boorstin zei: ‘De grootste hindernis tot ontdekken is niet onwetendheid – het is de illusie van kennis.’ Alle grote ontdekkers waren volgens Boorstin in staat iets radicaal nieuws over de wereld te onthullen omdat ze bereid waren tot ‘niet-weten’, de zekerheid van het bekende in te ruilen voor het onbekende.

Dagdagelijks doe ik onderzoek naar de rol van het onbekende in mijn leven en de gidsende rol van ‘de wijsheid van niet-weten’’: dieper inzicht dat oprijst uit de stille witruimtes tussen de regels van mijn verhaal. Het is een bespiegeling over hoe het verruimen van mijn gewaarzijn van de grote mysteries van het leven mij in staat stelt contact te maken met onbekende en onafgebakende delen van mijzelf. En daarmee opent het ook andere en/of nieuwe ervaringsgebieden.

Als iemand die haar leven lang mystiek en zingeving bevraagt, en als praktiserend systemisch fenomenoloog heb ik geleerd dat we, wanneer we ontvankelijk zijn voor het onbekende in al zijn vele facetten, opener, nieuwsgieriger, soepeler en expansiever kunnen worden in ons persoonlijke leven en in ons werk. Deze openheid is de sleutel tot alle leren en creativiteit. Het is de poort die toegang verschaft tot onze wijsheid en onze moed.