Wat is fenomenologie?

2 februari 2024

Wat neem ik waar?
Wat neem ik voor waar aan?
Waarom neem ik waar?
En waarom is dat waar?
Waar ben ik als ik waarneem?
Wat neem ik als ik waarneem?
Wie neemt van wie iets en wie neemt waar van wie en waarom?

Vandaag vier ik de inluiding van mijn 39ste geboortejaar. Op Bali met mijn gezin. Voor mij persoonlijk een moment om nog bewuster stil te staan bij wat ik het afgelopen jaar aangenomen heb voor waar en wat er in mij verschenen is. Zowel in mijn existeren alswel in het co-existeren met de mensen en wereld om mij heen. De bovenstaande vragen helpen mij daar bij. Mijn grootste levensjaarles is hoe wonderlijk het is om te ervaren dat fenomenologisch waarnemen vaak bestaat uit dingen voortaan achterwege laten. Dat wakker aanwezig blijven in de werkelijkheid en de spanning verduren tussen willen handelen en niet handelen mij in staat stellen zeer geconcentreerd waar te nemen. En deze herontdekking van die eenvoud heeft mij het afgelopen jaar best vaak een schaterlach geleverd.

Regelmatig krijg ik de vraag wat fenomenologie nou eigenlijk is. Fenomenologie is de leer van de verschijnselen. Fenomenologisch onderzoek beoogt een verschijnsel te beschrijven zoals mensen het in hun dagelijks leven ervaren. De ‘geleefde ervaring’, dat wil zeggen hoe mensen een situatie of verschijnsel ervaren en er betekenis aan geven, staat centraal. Daarin kan de vraag naar waarheid worden gesteld en waarnemen heeft daar een cruciale rol in. Waarnemen is iets aan nemen voor waar. En daarbij direct de kanttekening dat waarheid vele gezichten heeft en niet een vast gegeven is. Anders gezegd gaat het om het aanvoelen van een respons, of iets wat staat te gebeuren, waarvan de inhoud of waarheid onbeschikbaar open blijft.

De fenomenologische waarneming ontstaat als de blik niet op iets tastbaars gericht wordt, maar op een groter geheel. Bij de fenomenologische houding is er een bereidheid het vele gelijktijdig op te nemen. Het is een openstaan en bereid zijn, en tegelijk terughouden totdat innerlijk een leegte bereikt is, die het geheel, de grote samenhang kan bevatten. In het taoisme wordt dit ook wel het stille midden genoemd.

Het komt aardig in de buurt van datgene wat een oude Chinese zentekst over verlichting zegt. In die tekst, de Hsin Hsin Ming uit de zesde of zevende eeuw, staat namelijk: ‘Verlichting is de werkelijkheid onbevooroordeeld tegemoet treden.’ Onbevooroordeeld, dat wil zeggen: leeg. Niet met het aangeleerde, door opvoeding, cultuur en tijd bepaalde waarnemingssysteem, maar met de onbevangen blik van een kind dat de dingen voor het eerst ziet. Steeds weer als een ‘beginneling’. In diezelfde prachtige oude Hsin Hsin Ming staat ook: ‘Elk woord, elke gedachte doet de werkelijkheid wijken.’