De leegte na de beleving | Soms begint ervaren precies daar waar we ophouden het te willen voelen.

โ€œIk wil het wel ervaren, maar ik voel niks,โ€ zei iemand laatst tijdens een sessie.
En ik snapte precies wat ze bedoelde.
Ze had net verteld over een stilteweekend.
Over hoe mooi de plek was. De rust, de ruimte, het uitzicht.

โ€œEen bijzondere beleving,โ€ zei ze.
In een tijd waarin we gewend zijn belevenissen te organiseren, een avond in een goed restaurant, een museumbezoek, een retraite,
maken we van beleving iets maakbaars. Iets dat hoort te werken.

Maar toen het stil werd, echt stil,
zei ze: โ€œIk voelde me leeg. En niet op de fijne manier.โ€

(๐–๐š๐ญ) ๐–๐ข๐ฅ๐ฅ๐ž๐ง ๐ฐ๐ž ๐ž๐ข๐ ๐ž๐ง๐ฅ๐ข๐ฃ๐ค ๐ฏ๐จ๐ž๐ฅ๐ž๐ง?
Het verschil tussen beleven en ervaren integreert me.
Omdat het iets blootlegt in de manier waarop we met onszelf en elkaar omgaan.
We zoeken naar indrukken, naar prikkels, naar momenten die beklijven.
We willen รญets voelen, รญets meemaken.

Maar misschien willen we dat juist
om het echte ervaren te vermijden.

Ervaren vraagt vertraging. Nabijheid. Innerlijke aanwezigheid.
En juist dรกรกr blijven we vaak van weg.
Niet omdat we het niet willen,
maar omdat het ons confronteert met wat nog geen vorm heeft.
Geen verhaal. Geen resultaat. Geen houvast.

Wat zegt het over onze tijd dat we zoveel investeren in wat indrukwekkend is,
en zo weinig aanwezig durven zijn bij wat werkelijk binnenkomt?

๐๐ž๐ฅ๐ž๐ฏ๐ž๐ง ๐ž๐ง ๐ž๐ซ๐ฏ๐š๐ซ๐ž๐ง
๐๐ž๐ฅ๐ž๐ฏ๐ž๐ง komt van het Oudhoogduitse bileiban:ย โ€˜in leven blijvenโ€™, โ€˜overlevenโ€™.
Oorspronkelijk, ergens doorheen gaan en er levend uitkomen.
Nu gebruiken we het voor alles wat indruk maakt.
Een moment. Een gebeurtenis. Iets wat we ondergaan.

๐„๐ซ๐ฏ๐š๐ซ๐ž๐ง stamt af van het Germaanse fra-weran: reizen, doortrekken, ondervinden.
Ervaren vraagt om aanwezigheid, om innerlijke betrokkenheid.
Niet alleen met je zintuigen,
maar met je hele zijn.

๐„๐ซ๐ฏ๐š๐ซ๐ž๐ง ๐›๐ž๐ ๐ข๐ง๐ญ ๐๐š๐š๐ซ ๐ฐ๐š๐š๐ซ ๐ฐ๐ž ๐ฌ๐ญ๐จ๐ฉ๐ฉ๐ž๐ง ๐ญ๐ž ๐ฐ๐ข๐ฅ๐ฅ๐ž๐ง
Later in het gesprek zat ze even zwijgend voor zich uit te kijken.
De woorden waren op.
Ze keek me aan en zei: โ€œMisschien was dat lege gevoel ook gewoonโ€ฆ stilte.โ€
Er gebeurde niets groots.
Geen inzicht. Geen doorbraak.
Maar iets zakte in.
En het werd stiller in haar gezicht. Zachter. Aanwezig.

We zaten een tijd samen in die stilte.
Niet als beleving. Niet als iets dat moest โ€˜werkenโ€™.
Maar als iets wat zich eenvoudig aandiende
toen er niets meer gedaan hoefde te worden.

Soms begint ervaren precies daar
waar we ophouden het te willen voelen.