Wat als niet jij ademt, maar je geademd wordt?
Laatst zat ik met mijn dochter. We deden samen een ademoefening.

Ogen dicht.
Stilte.
We zaten daar gewoon.

Ik zei: “๐˜ช๐˜ฌ ๐˜ฉ๐˜ข๐˜ข๐˜ญ ๐˜ข๐˜ฅ๐˜ฆ๐˜ฎ.”
Mijn dochter (4) blies langzaam de lucht uit en zei: “๐˜ฆ๐˜ฏ ๐˜ช๐˜ฌ ๐˜จ๐˜ฆ๐˜ฆ๐˜ง ๐˜ฅ๐˜ฆ ๐˜ญ๐˜ถ๐˜ค๐˜ฉ๐˜ต ๐˜ต๐˜ฆ๐˜ณ๐˜ถ๐˜จ.”

Dat raakte me.

Alsof adem niet iets is wat we doen, maar iets wat ons doet.

Je denkt dat jij degene bent die in,- en uitademt.
Dat jij controle hebt. Ritme bepaalt. Temporeert.

Maar soms lijkt het alsof de adem jou vindt.
Alsof je gedragen wordt door iets dat buiten je ligt.

Niet ik adem, maar ik word geademd.
Een overgave aan iets wat groter is dan ikzelf.
Een stille verbondenheid met het Zijn.

Even was het stil.
Toen fluisterde ze: “๐˜”๐˜ช๐˜ด๐˜ด๐˜ค๐˜ฉ๐˜ช๐˜ฆ๐˜ฏ ๐˜ฃ๐˜ญ๐˜ข๐˜ข๐˜ด๐˜ต ๐˜ฅ๐˜ฆ ๐˜ญ๐˜ถ๐˜ค๐˜ฉ๐˜ต ๐˜ฐ๐˜ฏ๐˜ด ๐˜ฐ๐˜ฐ๐˜ฌ.”

โžค Alsof ademen niet iets is wat we doen,
maar iets dat ons vindt en beweegt.
โžค Alsof leven niet uit ons vertrekt,
maar door ons heen stroomt, geblazen door het bestaan.
โžค Alsof de lucht ons draagt,
zoals het leven ons meeneemt.
โžค Alsof we niet alleen bestaan in doen,
maar ook in toestaan en ontvangen.

“๐˜๐˜ฌ ๐˜ฉ๐˜ข๐˜ข๐˜ญ ๐˜ข๐˜ฅ๐˜ฆ๐˜ฎ ๐˜ฆ๐˜ฏ ๐˜จ๐˜ฆ๐˜ฆ๐˜ง ๐˜ฅ๐˜ฆ ๐˜ญ๐˜ถ๐˜ค๐˜ฉ๐˜ต ๐˜ต๐˜ฆ๐˜ณ๐˜ถ๐˜จ.”